Since 2007, a statute has been in force in the Netherlands (the Wet inburgering or Act on Civic Integration) that provides for a system of fines that can be imposed on certain classes of immigrants for not passing the ‘civic integration exam’, testing knowledge of Dutch language and culture, by a certain deadline. However, the way in which the statute defines the precise obligations on immigrants, which classes of immigrants have those obligations, what the exact deadline is and when it can be extended leaves much to be desired in terms of legal certainty, especially considering the frequent changes that the legislature of the Netherlands makes to the statute. Morever, since a fine is imposed as a penalty for what is effectively a ‘criminal charge’ (in the sense of article 6 of the European Convention on Human Rights), what role does the establishment in a fair trial of the immigrant’s culpability play in the imposition of such a fine? For a completely different perspective on integration policy, the author discusses the 2015 decision P. and S. of the Court of Justice of the European Union, in which he was the legal representative of the plaintiffs. When an immigrant is a beneficiary of an EU directive providing for immigration rights for third-country nationals, the Court holds that it is permissible to impose fines in order to stimulate the immigrant’s integration in the society of the host member state, but that such a penalty may not go so far as to actively endanger the goal of aiding integration. In general, the Court is highly sceptical of the effectiveness and fairness of the system of fines provided for by the Act on Civic Integration. The author concludes that the Act, with its clear emphasis on punishment rather than promotion of civic integration, ultimately has the effect of criminalising entire classes of immigrants to the Netherlands. |
Zoekresultaat: 28 artikelen
Jaar 2019 xArtikel |
Kroniek Materieel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2019 |
Auteurs | Frezia Aarts, Rachel Bruinen, Dirk Dammers e.a. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Integration policy, The Netherlands, Court of Justice of the European Union, P. and S. |
Auteurs | Mr. Jeremy Bierbach |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak rechten van de mens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | EVRM, EHRM, rechten van de mens, schending |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM of Hof) heeft in de periode september 2018 tot en met augustus 2019 weer diverse uitspraken gedaan over gezondheidsrechtelijke vraagstukken. Naast uitspraken over de uitleg van ‘bekende’ rechten, zoals het recht op leven, het recht op toegang tot adequate zorg en de procedurele overheidsverplichtingen, waren er verschillende ‘nieuwe’ onderwerpen waarover het Hof zich moest buigen, waaronder de verplichting om een urinetest te ondergaan, de toegang tot een externe deskundige, het recht om te huwen van een onder curatele gestelde persoon en de rechten van naasten en nabestaanden. Het geheel geeft een beeld van de diverse tegen verdragsstaten ingediende klachten. |
Actualia |
Actualia |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 3 2019 |
Artikel |
De BGK-vordering in een deelgeschilprocedure |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | deelgeschil, buitengerechtelijke kosten, dubbele redelijkheidstoets, artikel 1019w Rv, artikel 6:96 lid 2 BW |
Auteurs | Mr. R.D. Leen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de vraag centraal hoe de deelgeschilrechter aankijkt tegen het voorleggen van een BGK-geschil in de recente jurisprudentie. Een BGK-geschil kan worden voorgelegd in een deelgeschilprocedure. Rechters gaan wisselend om met de toepassing van de formele vereisten die gelden voor een deelgeschilprocedure. Een harde grens wordt getrokken indien sprake is van misbruik van procesrecht. Indien het BGK-geschil voldoet aan de formele vereisten, is het aan de rechter om te beoordelen of de BGK inhoudelijk aan de dubbele redelijkheidstoets voldoen. Het feit dat sprake is van een BGK-geschil kan op de dubbele redelijkheidstoets van invloed zijn. |
Artikel |
Digitale data en retentierecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2019 |
Trefwoorden | opschortingsrechten, software, kwalificatie, zaken |
Auteurs | Mr. M.A. Heilbron |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een schuldeiser die weigert digitale data aan zijn schuldenaar af te geven totdat hij is betaald, heeft geen retentierecht. Het retentierecht is immers alleen mogelijk op zaken. Deze kwalificatievraag heeft gevolgen voor de rechtspositie van de opschortende schuldeiser en zijn schuldenaar (of diens curator), want de regeling van het retentierecht verschilt van het algemene opschortingsrecht. |
Praktijkberichten |
Het Europese mededingingsrechtelijke marktonderzoek gesyndiceerde leningen: oude wijn in nieuwe zakken? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, kartelverbod, gesyndiceerde leningen, financiering, compliance |
Auteurs | Mr. drs. M.C. Brabers en Mr. R.A. Struijlaart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs publiceerde de Europese Commissie de resultaten van het mededingingsrechtelijke marktonderzoek gesyndiceerde leningen. Het rapport onderstreept eens te meer dat er mededingingsrisico’s bestaan wanneer banken samenwerken om een gesyndiceerde lening te verstrekken aan een geldlener. Met het rapport heeft de Commissie een gedetailleerde beschrijving van de markt vanuit mededingingsrechtelijk perspectief in handen, waardoor deze mededingingsrisico’s nu duidelijk op haar radar staan. Banken moeten dus oppassen en hebben daarom baat bij een steekhoudende mededingingsrechtelijke paragraaf in het complianceprogramma. Dit artikel gaat in op het rapport en (compliance)maatregelen die banken en geldleners kunnen nemen om mededingingsrisico’s te ondervangen. |
Artikel |
Naar een betere rechtsbijstand in België?De wet van 22 april 2019 tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | rechtsbijstandsverzekering, België, fiscaal aftrekbaar, dekking |
Auteurs | Charline Ampe |
SamenvattingAuteursinformatie |
Charline Ampe explains the workings of a Belgian 2019 statute, that has made insurance premium income tax-deductible as long as the policy provides that mediator fees and other qualified professionals’ fees will be borne wholly by the insurer. |
Artikel |
Kroniek Insolventierecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2019 |
Auteurs | Jaap van der Meer, Floris Dix, Suzan Winkels-Koerselman e.a. |
Artikel |
Hoe passen de Nederlandse erfrechtelijke sterren in de internationale hokjes?Een Europese verklaring van executele |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 39 2019 |
Trefwoorden | Testament |
Auteurs | Prof. mr. dr. B.M.E.M. Schols |
Wetenschap |
Twee heren (in één transactie) dienen, mag dat nu wel of (soms) toch niet? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | tegenstrijdig belang, belangenverstrengeling, Bruil, corporate governance, Wet bestuur en toezicht rechtspersonen |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en Mr. T. Spronk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wet bevat geen duidelijke definitie voor het begrip ‘tegenstrijdig belang’. Ook de wetsgeschiedenis biedt onvoldoende aanknopingspunten voor een eenduidige interpretatie van dit begrip en zijn toepassing. De minister verwijst wel naar het in 2007 gewezen Bruil-arrest. Hieruit blijkt dat ook in het sinds 2013 geldende recht moet worden uitgegaan van de in dit arrest aangenomen verschuiving van de abstracte leer naar de materiële leer. Dit neemt niet weg dat er twijfels ontstaan over de ex-antetoepassing van de ex post geformuleerde Bruil-norm, de specifieke invulling van het materiële begrip en de verhouding tussen de tegenstrijdig-belangregeling en de Linders/Hofstee-regels. Deze onduidelijkheid wordt versterkt door de verschillende interpretaties van dit begrip in de governancecodes en recente uitspraken van de Ondernemingskamer en de Governancecommissie Gezondheidszorg. Een verheldering van dit begrip door de wetgever in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen zou derhalve gewenst zijn. |
Artikel |
Afketsende of gedeelde verbeeldingswerelden?Kijkervaringen van moslimjongeren en politiestudenten met ISIS-video’s en Hollywoodfictie in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Dutch youth, ISIS videos, Hollywood, Visual skills |
Auteurs | Heidi de Mare, Sigrid Burg, Gawie Keyser e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Between 2013-2017 there were many ISIS videos circulating. It was generally assumed that these videos would encourage young Muslims to radicalize and join ISIS. But what do we actually know about the imaginary world of young people? Do sociological aspects such as the economic, cultural and religious background play a decisive role in this? Can we use the films and TV series that young people see as an entry into their imaginary world? To what extent can image analysis provide knowledge that contributes to safety issues? Commissioned by the Department of Counterterrorism, Radicalization and Extremism (CTER) of the Dutch National Police, the IVMV Foundation invited, in a comparative pilot study, twenty Dutch youngsters (10 with a Muslim background and 10 police students) to share their viewing experiences with five trailers (3 Hollywood, 1 Netflix, 1 not explicit violent ISIS video) that touched on the ISIS issue. This resulted in a research report and a film (in Dutch as well as in English) that was presented in November 2017 (De Mare et al. 2017a; De Mare 2017b). A remarkable result was that their viewing experiences and feelings showed a lot of similarity. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | re-integratie, herstelgericht werken, reclassering, ex-gedetineerden |
Auteurs | Peter Nelissen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article the development of a restorative justice probation practice is discussed from the perspective of the restorative justice principle of the inclusive community and the contribution of probation volunteers to the reintegration of (ex-)offenders through specific restorative justice intervention strategies. It is shown that in penal policy of the past decades the penal welfare-model and the aim of reintegration of ex-offenders has been overshadowed by a more utilitarian, punitive and management logic of criminal justice. As a result, the reintegration and social inclusion of ex-offenders has become a rather neglected area and, in the current liberal-democratic state, offenders face social conditions in which it is very hard to turn their life around. In addition it is suggested that both in mainstream and in restorative justice interventions, achievement of the goal of reintegration is often problematic or absent. Moreover, this lack of opportunities for connection may undermine and reduce the effects of interventions, including those with a restorative justice approach. Probation services that use specific restorative justice intervention strategies guided by both professionals and probation volunteers might contribute to a more active, inclusive role of the community and society in the reintegration of ex-offenders. |
Redactioneel |
Herstelgericht en slachtofferbewust reclasserenKansrijke detentiepraktijken en dubbelzinnige beleidsuitgangspunten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Bas van Stokkom en Annemieke Wolthuis |
Auteursinformatie |
Contracten maken |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Exoneratie, Schadeplichtigheid, Verzuim, Opzet of bewuste roekeloosheid, Beperkende werking redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Prof. mr. T.H.M. van Wechem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de rol die exoneraties in b2b-verhoudingen spelen besproken en formuleert de auteur regels die bij het opstellen van een goede exoneratiebepaling van nut kunnen zijn. De auteur wijst op het belang van het juridisch (logistiek) kwalificeren van de overeenkomst, de vraag of de schadeplicht voortvloeit uit een temporeel of kwalitatief ten achter blijven en op de uitleg van exoneraties. Onderzocht wordt ook of toetsing van het beding aan de beperkende werking van de redelijkheid veel verschilt van de norm ‘onredelijk bezwarend’ uit artikel 6:233 sub a Burgerlijk Wetboek en de omstandigheden die in de rechtspraak een rol spelen bij de beantwoording van de vraag of een exoneratie terzijde moet worden gesteld. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | dekkingsgeschillen, uitleg polisvoorwaarden, redelijkheid en billijkheid, verzekeringsovereenkomst, Geschillencommissie Verzekeringen Curaçao |
Auteurs | Mr. dr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van de uitspraak van de Geschillencommissie Verzekeringen Curaçao van 6 november 2015 verkent dit artikel de stand van zaken met betrekking tot de wijze(n) waarop een dekkingsgeschil tussen verzekeraar en verzekerde (kan) worden beslecht. Aangetoond wordt dat dit met name een kwestie van uitleg van de verzekeringsovereenkomst is, maar dat ook de redelijkheid en billijkheid een – afzonderlijke – rol kan spelen. Voor de toepassing van beide leerstukken is van belang eerst vast te stellen onder welke omstandigheden de verzekeringsovereenkomst tot stand is gekomen en wat de aard van de polisvoorwaarde(n) die in geding zijn is. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | onrecht, Slachtofferrechten, Benjamin, Shklar |
Auteurs | Nanda Oudejans en Antony Pemberton |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel de rechtspositie van slachtoffers de afgelopen decennia verstevigd lijkt, blijft de relatie tussen slachtoffer en strafrecht ongemakkelijk. Rechtswetenschappers tonen zich bezorgd dat de toenemende aandacht voor de belangen van slachtoffers uitmondt in ‘geïnstitutionaliseerde wreedheid.’ Deze zorg wordt echter gevoed door een verkeerd begrip van slachtofferschap en heeft slecht begrepen wat het slachtoffer nu eigenlijk van het recht verlangt. Deze bijdrage probeert de vraag van het slachtoffer aan het recht tot begrip te brengen. Wij zullen de onrechtservaring van het slachtoffer conceptualiseren als een ontologisch alleen en verlaten zijn van het slachtoffer. Het aanknopingspunt om de relatie tussen slachtoffer en recht opnieuw te denken zoeken wij in deze verlatenheid. De kern van het betoog is dat het slachtoffer (mede) in het recht beschutting zoekt tegen deze verlatenheid, maar ook altijd onvermijdelijk tegen de grenzen van het recht aanloopt. Van een rechtssysteem dat zich volledig uitlevert aan de noden van slachtoffers kan dan ook geen sprake zijn. Integendeel, het recht moet zijn belang voor slachtoffers deels zien in de onderkenning van zijn eigen beperkingen om onrecht te keren, in plaats van de onrechtservaring van het slachtoffer weg te moffelen, te koloniseren of ridiculiseren. |
Artikel |
Hollandse (on)hebbelijkhedenIn gesprek met Chrisje Brants |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | comparative law, Utrecht School, criminal law |
Auteurs | Dr. Bas van Stokkom en Dr. Renée Kool |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article Bas van Stokkom and Renée Kool discuss work and life of the Dutch comparative legal scholar Chrisje Brants. The article is based on an interview the authors conducted with Brants as well as themes that Brants developed in her published work. The article discusses in particular themes such as comparative research, the Utrecht School, and the role of criminal law. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Mw. mr. S.C. den Engelse |
Auteursinformatie |
Serie-artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | schadepreventie, versterking, NPR, Nieuwbouwregeling, NAM |
Auteurs | Mr. J.S. Knot en Mr. P. van Eijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Auteurs onderzoeken de praktijk van vergoeding van kosten voor versterkingsmaatregelen in nieuwbouwprojecten. Zij analyseren de legitimiteit van de daarvoor in het leven geroepen Nieuwbouwregeling. Verder bespreken auteurs waar die regeling verbeterd zou kunnen worden in het licht van de aankomende nieuwe regeling die door de overheid zal worden uitgevoerd. |