The author first describes the deontological axioma for the role of the defense counsel in the domain of criminal procedure. Since here the most serious charges are brought against a suspect, who may have all his life-perspectives to lose by severe punishments, the duty of the legal counsel is to be as one-sided in the defense of his clients views and interests as possible and as allowed by professional ethics. He is the guardian of the legitimate interests of the suspect in the context of a legal battle in or out of court about the legal truth of what is said to have happened. In view of the ideals of restorative justice (illustrated by references to Nils Christies Conflicts as property) a new set of rules and customs should be developed that can function as a framework of ‘restorative procedural law’. In the context of restorative justice legal counsel of both the suspect and the victim should be expected and able to function much more as ‘restorative coaches’, seeking co-operation and deliberation between all stakeholders. But, should clients – suspects and victims alike – decide against such an approach and want ‘their day in court’ this should also be possible and be realised. The independent courts should always remain the ultimate refuge for those seeking justice. |
Zoekresultaat: 4 artikelen
Jaar 2016 xArtikel |
Advocatuur in strafrecht en herstelrechtEen verkenning van de verschillen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | raadsman, herstelprocesrecht, Strafprocesrecht, advocaten, mediation |
Auteurs | John Blad |
SamenvattingAuteursinformatie |
Praktijk |
Kroniek wetgeving gezondheidsrecht 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Kroniek, Wetgeving, Gezondheidsrecht, 2015 |
Auteurs | Mr.drs. J.J. Rijken en Mr. W.F. van der Wel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek beschrijft de ontwikkelingen op het gebied van wetgeving in het gezondheidsrecht in 2015. De parlementaire behandeling van de grote wetsvoorstellen over gedwongen zorg lijkt zo goed als tot stilstand gekomen. Op het gebied van kwaliteit zijn wel duidelijke vorderingen te melden: de Wkkgz trad in werking en een conceptwetsvoorstel over wijzigingen in de Wet BIG (beroepenregulering en tuchtrecht) zag het licht. De wetgevingsactiviteit ten aanzien van de marktordening lijkt onderhevig aan veranderlijke politieke windrichtingen: de NZa moet tegelijkertijd méér en minder bevoegdheden krijgen. |
Artikel |
Het wetsvoorstel ter vergoeding van affectieschade: enkele gedachten en suggesties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | wetsvoorstel ter vergoeding van affectieschade, smartengeld, affectieschade |
Auteurs | Mr. J.S. Overes |
SamenvattingAuteursinformatie |
In juli 2015 is – na zo’n twaalf jaar wederom – een (nieuw) wetsvoorstel ter vergoeding van affectieschade ingediend bij de Tweede Kamer door de minister van Veiligheid en Justitie. De strekking van het huidige wetsvoorstel is de invoering van de mogelijkheid tot vergoeding van affectieschade in het Burgerlijk Wetboek alsook de verruiming om als derde schadevergoeding te kunnen krijgen in een strafproces en een wijziging van het recht omtrent beslag en overgang bij smartengeld. De auteur gaat in dit artikel in op de vraag of dit wetsvoorstel, zoals het nu voorligt, een goede regeling zou zijn. |
Artikel |
Het wetsvoorstel affectieschade |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | affectieschade, immateriële schade, claimcultuur, letselschade |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 20 juli 2015 heeft de Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) een nieuw wetsvoorstel voor vergoeding van affectieschade bij de Tweede Kamer ingediend Het artikel bespreekt dit wetsvoorstel en de consequenties die dit wetsvoorstel voor het medische aansprakelijkheidsrecht heeft. Het huidige wettelijke kader wordt geschetst en vervolgens worden de bepalingen van het wetsvoorstel besproken en de consequenties daarvan voor het medische aansprakelijkheidsrecht. |