The most important mechanism for crime prevention is just the presence of guardians. Some counter arguments against this thesis are discussed and rejected. By manipulating the presence of guardians it is possible to influence the level of prevention. It is argued that a large scale evaluation of such measures is wanted. |
Zoekresultaat: 1499 artikelen
Jaar 2017 xArtikel |
Vechter buiten de ring; Narratief en biografie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Narratieve criminologie, Vechter, Biografie |
Auteurs | Frank van Gemert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Over preventief guardianship: er zijn is vaak genoeg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Guardianship, preventive guardianship, crime prevention, presence of bystanders, Evaluation |
Auteurs | Henk Elffers |
SamenvattingAuteursinformatie |
The most important mechanism for crime prevention is just the presence of guardians. Some counter arguments against this thesis are discussed and rejected. By manipulating the presence of guardians it is possible to influence the level of prevention. It is argued that a large scale evaluation of such measures is wanted. |
Artikel |
Verstoorde veiligheidsbelevingIn gesprek met buurtbewoners over de ‘onveiligheid’ in hun buurt naar aanleiding van gestegen ‘gevoelens van onveiligheid’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | fear of crime, qualitative analysis, evidence based policy |
Auteurs | Remco Spithoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
The ‘fear of crime’ is a buzzword among citizens, media, politicians and professionals by now. But the phenomenon seems to be as intangible as it is important. The struggle of professionals with this concept is the result of a too wide and self-evident problem definition. This article contains an alternative approach. The focus is on disturbed fear of crime: a negatively changed and problematically experienced fear of crime on the level of the neighborhood. |
Artikel |
Veilig uitgaan: tegenstrijdige gevoelens over inzet politie en andere maatregelen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | tegenstrijdigheden, assemblage, angst voor criminaliteit, uitgaansgebieden, veiligheidsbeleving |
Auteurs | Jelle Brands en Irina van Aalst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Urban nightlife areas are widely renowned for their emotionally charged nature, affording greater opportunities for transgressions of social norms compared to daytime contexts. Yet, the ways nightlife consumers experience safety in the public spaces of nightlife areas has received limited attention in the academic literatures. This article approaches experienced safety in the public spaces of nightlife areas as emerging from encounters between human and non-human (material, social, cultural) elements grounded in time and space. Such elements include the characteristics of the built environment, the design of public space, police presence, lighting and also first and secondhand experiences and popular media discourses more generally. We hypothesized that encounters between such elements necessarily renders some ambiguity in experienced safety, in the sense that the effect of a particular element on experienced safety is always coproduced in the unfolding encounter. By drawing on a series of interviews with Dutch students in Utrecht, various types of ambiguity are shown to exist depending on both the particularities of the situation at hand and based on differences between individual circumstance and life course. Ambiguity is also shown to exist in the sense that mentioned elements may both comfort and alarm participants at the same time. Our findings infer that we should implement ‘safer nightlife’ initiatives that are tailored to particular contexts, situations and publics. The results also suggest that current interventions seeking to stimulate safety in urban nightlife settings might not be as successful in reducing/enhancing (un)safety as (popular) policy and media discourses have suggested. |
Artikel |
Fortuna: een ‘commissaris’ zonder raad van commissarissen maar met bevoegdheid |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2017 |
Trefwoorden | enquêterecht, onmiddellijke voorzieningen, informatieverschaffing, minderheidsaandeelhouder, commissaris |
Auteurs | Mr. A. Spaargaren en Mr. A.S. van der Heide |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken de Fortuna-beschikking van de Ondernemingskamer. In deze beschikking wordt als onmiddellijke voorziening een commissaris benoemd, die geen deel uitmaakt van de raad van commissarissen en exclusief bevoegd is te beslissen over de informatievoorziening aan de aandeelhouders. De auteurs onderzoeken hoe dit zich verhoudt tot de heersende leer. |
Artikel |
Wat onder de oppervlakte bleef in de rechtspraak rond AkzoNobel |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2017 |
Trefwoorden | convocatierecht, agenderingsrecht, aandeelhoudersactivisme, EU-recht, stakeholdersbenadering |
Auteurs | Mr. F. Eikelboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt en geeft relevante achtergronden over de beschikking van de voorzieningenrechter op het verzoek van Elliott om een machtiging om een algemene vergadering van AkzoNobel bijeen te roepen. Centraal staan de vragen hoe zo’n verzoek moet worden getoetst en hoeveel beslissingsruimte de voorzieningenrechter daarbij heeft. |
Artikel |
Reactie: convocatierecht en agenderingsrecht – een rechtspolitieke wens als vader van Eikelbooms gedachten |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2017 |
Trefwoorden | convocatierecht, agenderingsrecht, aandeelhoudersactivisme, EU-recht, stakeholdersbenadering |
Auteurs | Mr. dr. F.G.K. Overkleeft |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur geeft een reactie op het eveneens in dit nummer gepubliceerde artikel van Eikelboom over het convocatierecht (art. 2:110/111 BW) en het agenderingsrecht (art. 2:114a BW) van aandeelhouders in beursvennootschappen. De auteur laat zien dat Eikelboom in zijn beschouwing de verschillen in het toepasselijk juridisch kader voor deze onderscheidenlijke rechten miskent en dat Eikelboom voorts in dit verband een te brede uitleg aan artikel 6 van de Richtlijn Aandeelhoudersrechten uit 2007 geeft. |
Artikel |
Naschrift naar aanleiding van: ‘Reactie: convocatierecht en agenderingsrecht – een rechtspolitieke wens als vader van Eikelbooms gedachten’ |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2017 |
Trefwoorden | convocatierecht, agenderingsrecht, aandeelhoudersactivisme, EU-recht, stakeholdersbenadering |
Auteurs | Mr. F. Eikelboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur reageert op de reactie van Overkleeft op zijn artikel Wat onder de oppervlakte bleef in de rechtspraak rond AkzoNobel (MvO 2017, afl. 10). |
Diversen |
Codificatie van de lappendekenOnderzoek aan een in beslag genomen smartphone: het labyrint van de (toekomstige) wetgeving en jurisprudentie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Smartphone, Modernisering Wetboek, Privacy, Straf(proces)recht, Opsporingsbevoegdheid |
Auteurs | Mr. N. van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mensen communiceren in de huidige samenleving volop digitaal. Het is dan ook niet verrassend dat hét mechanisme om tot de kern van iemands privéleven te komen tegenwoordig wordt bereikt door het onderzoek aan de smartphone. Het wettelijke kader betreffende dit onderzoek staat al enige tijd ter discussie. Waar de Hoge Raad een (op het eerste gezicht onwerkbaar) kader voor de (opsporing)praktijk heeft getracht te scheppen, is de modernisering van het Wetboek (mede) op dit punt in volle gang. Het is tijd dat de wetgever de spreekwoordelijke handschoen oppakt en zorg draagt voor een evenwichtige balans tussen privacy en effectieve opsporing. |
Artikel |
Nieuwe witwastypologieën in de strijd tegen witwassen met virtuele betaalmiddelen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Bitcoin, Witwassen, Facilitator, Strafrecht, Cryptocurrency |
Auteurs | Mr. S. Visser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bitcoin is mede vanwege zijn anonieme karakter een populair betaalmiddel van criminelen geworden. In opsporingsonderzoeken van de FIOD en de politie komen de aan bitcoin gerelateerde fenomenen ‘de bitcoinhandelaar’ en ‘de bitcoinmixer’ in relatie met witwassen voor. Deze fenomenen worden uitgelegd in dit artikel. Het artikel eindigt met de drie nieuwe, door de FIU gevalideerde witwastypologieën over de aan- en verkoop van virtuele betaalmiddelen. |
Artikel |
Datamining in een veranderende wereld van opsporing en vervolging |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Strafprocesrecht, Strafrecht, Art. 3 Politiewet 2012, Datamining, Privacy |
Auteurs | Mr. dr. S. Brinkhoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Datamining wordt meer en meer als opsporingsmethode ingezet. Onderzocht wordt of de huidige wettelijke grondslagen, mede gelet op jurisprudentie van het EHRM, wel voldoen voor de inzet van deze methode. Een handvat wordt geboden voor een wettelijke regeling. |
Artikel |
Het decryptiebevel aan de verdachte in het economisch strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | decryptiebevel, Economisch strafrecht, WED, Bevel tot uitlevering, verdachte |
Auteurs | Mr. dr. E. Gritter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op de mogelijkheden die de WED biedt om onder dwang een decryptiebevel aan de verdachte te richten. Na onderzoek van de wettelijke grondslag wordt ingegaan op de grenzen die het nemo tenetur-beginsel stelt aan het kunnen effectueren van dit bevel. |
Artikel |
Het gebruik van Big Data voor opsporingsdoeleinden: tussen Strafvordering en Wet politiegegevens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Big Data, opsporing, privacy, wet politiegegevens, modernisering strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. B. W. Schermer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebruik van grote hoeveelheden gegevens (Big Data) levert een steeds grotere bijdrage aan het succes van de opsporing. De toepassing van Big Data brengt echter ook (privacy)risico’s met zich mee. Door de gebrekkige samenhang tussen het Wetboek van Strafvordering en de Wet politiegegevens is het gebruik van Big Data momenteel niet goed gereguleerd. In dit artikel worden de belangrijkste risico’s voor de rechtsbescherming bij het gebruik van Big Data voor opsporingsdoeleinden besproken en wordt bekeken in hoeverre het huidige en toekomstige strafvorderlijke kader deze risico’s kan adresseren. |
Artikel |
De bevoegdheid van de politie om computers binnen te treden: tijd voor een grondrecht op de bescherming van informatie-technische systemen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | hackbevoegdheid politie, botnets, nieuw grondrecht, integriteit communicatieapparaten, Computercriminaliteit III |
Auteurs | Dr. B. van der Sloot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel computercriminaliteit III is bijna aangenomen en legt een aantal nieuwe bevoegdheden voor de politie neer, waaronder de mogelijkheid om computers van burgers binnen te treden. Niet alleen kan de politie zodoende onderzoek doen, ook mag zij gegevens kopiëren en aanpassingen doen aan de computer, bijvoorbeeld om bepaalde malware te verwijderen. Commentatoren hebben erop gewezen dat dit een zware inmenging is in de privésfeer van burgers. Het zou dan ook tijd zijn voor een nieuw grondrecht op de integriteit van digitale gegevensdragers. Dit artikel bespreekt de nieuwe bevoegdheid van de politie en de introductie van een mogelijk nieuw grondrecht. |
Artikel |
Cumulerende procedures en dubbele bestraffingDe invloed van Europa op het ne bis in idem-beginsel in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | ne bis in idem-beginsel, EVRM, Europese Unie, dubbele bestraffing, criminal charge |
Auteurs | Mr. A.C.M. Klaasse en Mr. J.N. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het ne bis in idem-beginsel is geregeld in respectievelijk artikel 68 Sr en artikel 5:43 Awb. Ook in procedures die buiten het strafrecht of bestuurlijke boeterecht vallen, kan het Europese verbod op dubbele bestraffing doorwerken in Nederland. De Hoge Raad heeft erkend dat de algemene beginselen van een behoorlijke procesorde bescherming bieden in het kader van het ne bis in idem-beginsel. Bovendien is artikel 50 van het Handvest van de EU van toepassing indien EU-recht ten uitvoer wordt gelegd. Op deze wijze is jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU en het EHRM ook van belang voor Nederland. |
Artikel |
Over de houdbaarheid van de parlementaire immuniteit voor (gemeentelijke) volksvertegenwoordigers |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Parlementaire immuniteit, Vrijheid van meningsuiting, Volksvertegenwoordigers, Vervolgingsrecht, Uitingsdelicten |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volksvertegenwoordigers die zich binnen een officiële vergadering beledigend uitlaten tegenover andere parlementariërs kunnen hiervoor niet worden vervolgd of civielrechtelijk worden aangesproken. Hetzelfde geldt voor andere delicten, zoals de schending van de geheimhoudingsplicht en het aanzetten tot haat. Het Openbaar Ministerie komt in dergelijke gevallen geen vervolgingsrecht toe. De voorzitter is bevoegd om sanctionerend op te treden. In het huidige regime lijkt de toegevoegde waarde van deze parlementaire immuniteit voor volksvertegenwoordigers achterhaald te zijn, vanwege een ruime uitleg van de vrijheid van meningsuiting voor politici. |
Jurisprudentie |
De Wet Bibob: een Schiedamse coffeeshop met belastingperikelenNoot bij ABRvS 27 september 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2586 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Wet Bibob, Bestuursstrafrecht, Belastingfraude, Integriteit, Bestuurlijk maatregelrecht |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
De burgemeester van Schiedam heeft een vergunning ten behoeve van de exploitatie van een coffeeshop ingetrokken wegens een ernstig gevaar voor misbruik. Dit ernstige gevaar is gebaseerd op feiten die verband houden met belastingfraude. Volgens de Afdeling kan de burgemeester in redelijkheid de vergunning intrekken. |
Jurisprudentie |
‘Mag ik even in uw smartphone kijken?’De visie van de Hoge Raad gelet op het recht op privacy op grond van artikel 8 EVRM |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Smartphone, (Recht op) privacy, Verbaliseringsplicht, Doorzoeking, Toezicht |
Auteurs | Mr. T. Beekhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad schetst in de ‘Smartphone-arresten’ een juridisch toetsingskader voor de vaststelling wanneer aan een smartphone een rechtmatig onderzoek kan plaatsvinden. Het zwaartepunt ligt volgens de Hoge Raad op de ‘hoeveelheid doorzochte gegevens’. Afhankelijk van de mate van volledigheid van het beeld dat daardoor wordt verkregen van het persoonlijk leven, stelt de Hoge Raad wie bevoegd is: een opsporingsambtenaar, een officier van justitie of een rechter-commissaris. In deze annotatie staat centraal op welke wijze het toezicht dient plaats te vinden en welke andere factoren een rol zouden moeten spelen bij de vaststelling van de inbreuk op het recht op privacy. |
Redactioneel |
Opmars en beteugeling van cybercrime |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Wet computercriminaliteit, Cybercrime, Cybersecurity, Datalek, Hack |
Auteurs | Mr. G.M. Verhage |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze editie van het tijdschrift wordt aandacht besteed aan een aantal betekenisvolle ontwikkelingen rondom de combinatie cyber en strafrecht. Overheid en IT blijken vooralsnog geen gelukkige combinatie. Ondanks de verruimde wettelijke bevoegdheden en het extra budget die de handhaver in het kader van de Wet computercriminaliteit III worden toebedeeld, zal het in deze globale en snel digitaliserende economie lastig blijken cybercriminaliteit te beteugelen door middel van het conventionele strafrecht. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | legitimacy, International Monetary Fund (IMF), Article IV Consultations, tax recommendations, global tax governance |
Auteurs | Sophia Murillo López |
SamenvattingAuteursinformatie |
This contribution examines the legal legitimacy of ‘Article IV Consultations’ performed by the IMF as part of its responsibility for surveillance under Article IV of its Articles of Agreement. The analysis focuses on tax recommendations given by the Fund to its member countries in the context of Consultations. This paper determines that these tax recommendations derive from a broad interpretation of the powers and obligations that have been agreed to in the Fund’s Articles of Agreement. Such an interpretation leads to a legitimacy deficit, as member countries of the Fund have not given their state consent to receive recommendations as to which should be the tax policies it should adopt. |