DOI: 10.5553/GDW/1876-75242018010003002

De GerechtsdeurwaarderAccess_open

Artikel

“Het huidige tarievenstelsel biedt weinig mogelijkheden tot sociaal incasseren”

Ombudsman en gerechtsdeurwaarder in gesprek over tarieven en het vak

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Statistiek
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.

Dit artikel wordt geciteerd in

    • Als de ombudsman van Amsterdam behartigt Arre Zuurmond de belangen van burgers die een klacht hebben over de dienstverlening van de gemeente. Hoe kijkt hij aan tegen het huidige tarievenstelsel voor ambtshandelingen? En welke ontwikkelingen ziet hij in de driehoek deurwaarder – schuldeiser – schuldenaar? Michel van Leeuwen, gerechtsdeurwaarder bij Flanderijn, ging hierover met hem in gesprek.

    • Tarieven voor ambtshandelingen

      Volgens Zuurmond bevat het huidige tarievenstelsel een ‘perverse prikkel’. “Ik snap wel dat de kosten betaald moeten worden, maar de schuldeiser heeft hier ook een verantwoordelijkheid. Hij is toch ook blij dat de zaak is opgelost.” Ook volgens Van Leeuwen is dit ‘echt een omissie’. “Het zorgt niet voor onnodige ontruimingen gelukkig, maar ik denk dat beslag leggen daardoor wel eerder gebeurt, omdat je de kosten dan wel in rekening kunt brengen bij de schuldenaar. De deurwaarder kan immers ook na het beslag nog een regeling treffen. Dan is er nog niets onherstelbaars gebeurd. Maar eigenlijk was het beslag niet nodig.” Beide heren zien wel wat in het idee van een half Btag-tarief voor afgebroken ambtshandelingen. Zuurmond: “Op die manier worden de gemaakte kosten toch deels vergoed en komen die niet alsnog bij de schuldeiser terecht. Het mag toch wel betaald worden als je als deurwaarder een ontruiming of beslaglegging kunt voorkomen?”

      Het tarievenstelsel voor ambtshandelingen en de gevolgen van de marktwerking worden momenteel onderzocht in een staatscommissie. “Wel jammer dat daarvoor een staatscommissie is ingesteld”, vindt Zuurmond. “Het duurt daardoor lang voordat er dan een oplossing komt, de doorlooptijden zijn lang. Terwijl dit probleem blijft bestaan.” Wat Zuurmond betreft was een werkgroep beter geweest. Van Leeuwen stelt hem gerust dat wel tegelijkertijd een KBvG-commissie met de ongewenste effecten van het huidige tarievenstelsel aan de slag is gegaan. “Misschien komt die al eerder met een verordening die duidelijk maakt dat de deurwaarder een redelijke beloning voor zijn werkzaamheden moet afspreken met zijn opdrachtgevers. Daar vallen dit soort werkzaamheden ook onder.”

    • Positie schuldeisers

      De heren zijn het erover eens dat met name grotere schuldeisers zich tegenwoordig heel anders opstellen dan tien jaar geleden. “Kijk naar een verzekeraar als CZ”, geeft Zuurmond als voorbeeld. “Daar stellen ze zich veel socialer op richting hun klanten. Ze bespreken met de klant het probleem; vaak wil die wel betalen, maar lukt het op dat moment niet. Dan kijken ze bij een seizoenswerker bijvoorbeeld of hij twee maanden later wel kan betalen. Zo voorkom je escalatie. En het mooie is dat het nog meer oplevert ook!”

      Van Leeuwen beaamt dat veel schuldeisers anders gaan denken. “Persoonlijk contact wordt steeds belangrijker. Onze opdrachtgevers eisen dat ook van ons.” Van Leeuwen ziet ook dat steeds meer zaken minnelijk, dus zonder tussenkomst van de rechter, worden opgelost. “Dat komt deels door de hoge griffierechten, maar ook omdat schuldeisers en de huidige maatschappelijke ontwikkelingen dat van ons verlangen. Steeds vaker wordt duidelijk dat je met een andere stijl een zaak ook kunt oplossen. De andere kant van het verhaal is wel dat je hier als deurwaarder nog wel een boterham aan moet verdienen. Oplossingsgericht werken gaat alleen wanneer de schuldeiser daarin wil investeren. Daarom is CZ zo’n goed voorbeeld.”

    • De overheid aan zet

      De overheid blijft hier nog wel in gebreke, vinden beide heren. Van Leeuwen: “Hoewel je ook daar een verandering ziet, zie je dat nog niet terug in de tarieven. Zo is in de laatste aanbesteding van het CJIB een vrij laag maximum tarief opgenomen voor niet geslaagde dossiers. Ook in deze aanbesteding blijft de deurwaarder afhankelijk van de kosten die hij bij de schuldenaar in rekening moet brengen. Er is geen tarief opgenomen voor bijvoorbeeld een bezoek aan de schuldenaar, om te kijken of er nog iets te regelen valt of een geslaagde doorverwijzing naar de schuldhulpverlening. Maar de overheid verwacht van de deurwaarder wel een oplossingsgerichte houding. Over de beloning moet de overheid echt anders gaan denken.”

      Volgens Zuurmond heeft dit ook te maken met het feit dat op de financiële afdeling een andere cultuur heerst dan op beleidsafdelingen. “Die financiële afdeling staat onder druk, ze willen niet te veel oninbare vorderingen. Terwijl iemand van een andere afdeling vaak wél het hele probleem ziet. Daar worden strategische of maatschappelijke beslissingen genomen en is bedrijfsvoering minder een issue.” “Maar gelukkig zie je wel steeds vaker dat kwaliteit belangrijker wordt dan kosten”, vindt Van Leeuwen. Zuurmond beaamt dat: “Het bewustzijn over schulden is ook sterk verbeterd in de publieke opinie.”

      De overheid behoort tot de zogeheten preferente schuldeisers. Volgens Van Leeuwen wordt de positie van concurrente schuldeisers, zoals het MKB, onderbelicht. “Er mag wel meer aandacht zijn voor hun positie, de verdeling van geld moet wel in evenwicht zijn.” Zuurmond vindt zelfs dat grote schuldeisers meer kunnen dragen dan ‘de groenteboer op de hoek’. “Maar de overheid is juist de grootste schuldeiser, zou die dan terughoudender moeten zijn?”, vraagt Van Leeuwen. “Jazeker, dat vind ik wel”, antwoordt Zuurmond. “Ik geef liever meer aan de kleinere jongens.” Daarvoor is dan wel een aanpassing van de wet nodig en Van Leeuwen vreest dat daarvoor de politieke wil ontbreekt.

    • Rol en houding van de deurwaarder

      Beide heren zien dat de rol van de gerechtsdeurwaarder verandert, mede door de andere eisen die opdrachtgevers stellen. “De deurwaarder wordt steeds meer een bemiddelaar bij schulden”, ziet Van Leeuwen. “De samenwerking tussen de deurwaarders en schuldhulpverleners groeit.” Volgens Van Leeuwen is er sinds de financiële crisis meer aandacht voor het voorkomen van schulden. “Voorheen was er alleen aandacht voor de schuld, die moést betaald worden. Nu is er meer oog voor de mens achter de schulden. Daar moet je wel in meegaan, anders sta je als deurwaarder met lege handen. We zoeken klantgericht naar een oplossing. Maar we zijn wél deurwaarder. Ons doel is een vordering te incasseren, maar niet ten koste van alles. Het zou goed zijn wanneer voor die bemiddelende werkzaamheden ook Btag-tarieven komen, zodat de inzet wel betaald wordt.”

      Zuurmond vindt ook dat de meeste deurwaarders zich anders opstellen richting de schuldenaren dan tien jaar terug. “Je ziet steeds vaker dat ze bijvoorbeeld werken met een papieren brief én een digitale variant met alleen beelden, heel goed!” Ook contact via WhatsApp is steeds vaker mogelijk, beaamt Van Leeuwen. “Soms durven mensen niet te bellen. Als ze dan een appje sturen, bellen wij terug. Die kans grijpen we aan om contact te leggen. Door de mogelijkheid van WhatsApp te bieden, maak je de drempel lager.” Ook de brieven veranderen; steeds vaker wordt het niveau aangepast aan dat van de ontvanger. Zuurmond: “Vroeger was het allemaal juridisch dichtgetimmerd. Voor een leek waren brieven en exploten vaak onbegrijpelijk. Gelukkig zijn die steeds vaker lezersgericht.”

      Klachten over gerechtsdeurwaarders hoort Zuurmond dan ook niet vaak. “De meeste mensen die ik spreek vinden deurwaarders vriendelijk, ze zijn duidelijk en hebben een goede bejegening. De klachten die ik hoor gaan eerder over het stelsel.”

    • Lage schuld, hoge kosten

      De hoge griffierechten zijn beide heren wel een doorn in het oog. “Je ziet de kosten snel oplopen”, vindt Zuurmond. “Kleine bedragen van 25 euro worden soms 20 keer zoveel door de hoge griffierechten en ambtelijke kosten. Zou het niet goedkoper zijn om die kwijt te schelden?” Zuurmond noemt het voorbeeld van de Belastingdienst, die kleine bedragen laat zitten.

      Van Leeuwen denkt niet dat dat snel gebeurt. “Sommige MKB’ers maar ook tandartsen hebben veel kleine vorderingen openstaan. Die kleine bedragen zijn bij elkaar wel een groot bedrag.” “Maar je kunt als tandarts toch ook even extra moeite doen om de rekening betaald te krijgen?”, zegt Zuurmond. “Even een telefoontje of een automatische sms, zoals dat ook bij afspraken gebeurt.” Daar is Van Leeuwen het mee eens: “Als schuldeiser heb je ook een verantwoordelijkheid om je best te doen dat er betaald wordt.” Sommige schuldeisers die een deurwaarder inschakelen, kijken volgens hem niet naar de kosten voor de schuldenaar. Van Leeuwen: “Terwijl dat óók hun verantwoordelijkheid is. Voor een vordering van 25 euro moet je niet direct de gang naar de rechter maken en beslag laten leggen. Dat is niet meer van deze tijd.”

      Over het huidige tarievenstelsel

      In 2001 zijn de vaste schuldenaarstarieven en vrije opdrachtgeverstarieven voor ambtshandelingen ingevoerd. In het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag) staat voor welke ambtshandelingen de gerechtsdeurwaarder namens de schuldeiser kosten in rekening mag brengen bij de schuldenaar. Hierin ontbreken tarieven voor ontruimingen en beslagen die worden voorkomen, bijvoorbeeld omdat tijdens de beslaglegging of de ontruiming een betalingsregeling wordt getroffen. In veel gevallen komen de kosten voor deze actie bij de deurwaarder te liggen omdat de schuldenaar ze niet hoeft te betalen en de schuldeiser ze, in het kader van de tariefafspraken, niet wil betalen. Om de kosten toch vergoed te krijgen, moet de deurwaarder eigenlijk de ontruiming of beslaglegging afronden.


Print dit artikel