Nter_1382-4120_2023_029_003_totaal_original1024_1_large
Rss

Nederlands tijdschrift voor Europees recht

Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 1, 2011 Alle samenvattingen uitklappen
Artikel

Verbod van verkoop van contactlenzen via internet is in strijd met het EU-recht

Trefwoorden contactlenzen, Ker-Optica, Richtlijn elektronische handel
Auteurs Mr. drs. H.A.G. Temmink
SamenvattingAuteursinformatie

    De zaak Ker-Optika betreft een Hongaarse regeling die de verkoop van contactlenzen uitsluitend voorbehoudt aan speciaalzaken voor medische hulpmiddelen en die dus de verkoop van contactlenzen via internet verbiedt. Het Hof van Justitie verklaart een dergelijke regeling onverenigbaar met de Richtlijn elektronische handel (Richtlijn 2000/31/EG) en methet vrije verkeer van goederen (art. 34 en 36 VWEU).


Mr. drs. H.A.G. Temmink
Mr. drs. H.A.G. Temmink is werkzaam als plv. afdelingshoofd bij de Europese Commissie DG Interne Markt en Financiële Diensten, unit vrij verkeer van diensten en vestiging II.
Artikel

Codificatie van het Nederlandse ipr of het vastleggen van een nationaal navigatiesysteem voor internationale vliegroutes

Invoering van Boek 10 BW manoeuvrerend langs en door de Europese aswolken heen

Trefwoorden internationaal privaatrecht, codificatie, Burgerlijk Wetboek, Rome II-Verordening, conflictenrecht
Auteurs Prof. dr. V. Van Den Eeckhout
SamenvattingAuteursinformatie

    Het proces van codificatie van het Nederlandse ipr nadert de eindfase: aan het Nederlandse Burgerlijk Wetboek wordt weldra een tiende boek, waarin ipr-regels zijn vervat, toegevoegd. De recente dynamiek van Europeanisatie van het ipr heeft de Nederlandse wetgever er niet van weerhouden de nationale codificatie van het ipr door te zetten. De ipr-beoefenaar zal evenwel bij hantering van Boek 10 BW bedacht moeten zijn op dit ingrijpende en voortdurende proces van Europeanisatie van het ipr.


Prof. dr. V. Van Den Eeckhout
Prof. dr. V. Van Den Eeckhout is verbonden aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Antwerpen.
Artikel

Eenheid en verdeeldheid in Europa: EEX-Verordening versus CMR en het vrij verkeer van vonnissen

Trefwoorden EEX-Verordening, litispendentie en samenhang, tenuitvoerlegging, samenloop bijzondere verdragen, CMR
Auteurs Mr. P.H.L.M. Kuypers
SamenvattingAuteursinformatie

    De EEX-Verordening laat regels in verdragen over bijzondere onderwerpen onverlet. Het CMR-Verdrag is een dergelijk verdrag voor vervoerovereenkomsten en beoogt onder meer de aansprakelijkheid van vervoerders uniform te regelen. In de praktijk oordelen de rechters in de EU verschillend over de aansprakelijkheid van een vervoerder. Daardoor ontstaat soms een race naar de rechter om de (afwezigheid van) aansprakelijkheid vast te stellen door de rechter die waarschijnlijk voor de vervoerder of ladingbelanghebbende een gunstige benadering heeft. Keerzijde van de race naar de rechter zijn vragen over litispendentie en samenhang (zie eerder het arrest van het Hof van Justitie Tatry) en vervolgens discussie over tenuitvoerlegging en de weigeringsgronden. In welke verhouding staan de EEX-Verordening en het CMR tot elkaar bij litispendentie en tenuitvoerlegging?


Mr. P.H.L.M. Kuypers
Mr. P.H.L.M. Kuypers is advocaat bij AKD te Brussel.
Jurisprudentie

Permanent gedetacheerde werknemer in concernverhouding niet meer vogelvrij bij overgang van onderneming

Een bespreking van het arrest Albron (zaak C-242/09)

Trefwoorden permanent gedetacheerde werknemer, overgang van onderneming, Albron, concern
Auteurs Mr. C.J.M.W. Kote
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 21 oktober 2010 heeft het Hof van Justitie naar aanleiding van prejudiciële vragen van het Gerechtshof Amsterdam, een voor Nederland belangwekkend arrest gewezen over de toepasselijkheid van de regelgeving omtrent overgang van onderneming op permanent gedetacheerde werknemers binnen een concern. In concernverhoudingen is het veelal gebruikelijk dat werknemers in dienst zijn bij een zogenoemde personeelsvennootschap en vanuit die vennootschap op permanente basis gedetacheerd worden naar een andere vennootschap (werkmaatschappij) binnen het concern. Tot nu toe werd de regeling omtrent overgang van onderneming in Nederland niet toepasselijk geacht in het geval de werkmaatschappij werd overgedragen aan een vennootschap buiten het concern. Als gevolg hiervan ontbeerden de betreffende werknemers de bescherming van de regeling omtrent overgang van onderneming. Het Hof van Justitie heeft nu geoordeeld dat werknemers in zo’n geval beschermd worden en mee overgaan naar de verkrijger op grond van overgang van onderneming.


Mr. C.J.M.W. Kote
Mr. C.J.M.W. Kote is advocaat bij Cordemeyer & Slager Advocaten te Haarlem.
Artikel

Commissievoorstel inzake teelt Genetisch Gemodificeerde Organismen: less is more?

Trefwoorden Commissievoorstel inzake teelt Genetisch Gemodificeerde Organismen, coëxistentiemaatregelen, GGO
Auteurs Dr. W.Th. Douma
SamenvattingAuteursinformatie

    De Europese Commissie stelde op 13 juli 2010 aanpassingen van de Europese regelingen inzake genetisch gemodificeerde organismen (COM(2010)380 def.) voor, waardoor lidstaten de teelt van GGO’s op hun grondgebied geheel of gedeeltelijk zouden mogen beperken. Daarnaast vaardigde de Commissie op dezelfde dag een uitgebreide toelichting uit in de vorm van Mededeling COM(2010)375 def., en een nieuwe Aanbeveling inzake coëxistentiemaatregelen. Bekeken wordt welke veranderingen er in de praktijk zouden kunnen optreden als het Commissievoorstel zou worden aangenomen, welke principiële bezwaren er inmiddels tegen het voorstel werden ingebracht. Met name wordt onderzocht of de verruiming van de mogelijkheid om teelt van GGO’s in specifieke lidstaten te verbieden er feitelijk toe zal leiden dat er méér GMO’s in de EU zullen worden toegelaten dan nu het geval is. Verder wordt bekeken welke redenen voor teeltverboden zouden kunnen worden aangevoerd.


Dr. W.Th. Douma
Dr. W.Th. Douma is senior onderzoeker EU Recht/Internationaal Handelsrecht bij het T.M.C. Asser Instituut in Den Haag.
Jurisprudentie

Het Pénzügyi-arrest: een beperkte onderzoeksplicht in het kader van de ambtshalve toetsing

Trefwoorden consumentenbescherming, ambtshalve toetsing, verstekzaak, forumkeuzebeding, oneerlijke bedingen
Auteurs Mr. R.H.C. Jongeneel
SamenvattingAuteursinformatie

    Volgens het Hof van Justitie rust op de nationale rechter in het kader van ambtshalve toetsing een onderzoeksplicht. Deze is echter beperkt tot de vraag of het Europeesrechtelijke consumentenbeschermende regime van toepassing is. Als dat zo is, zal de rechter op grond van het Pannon-arrest ambtshalve moeten toetsen. De vraag die daarbij vervolgens rijst, namelijk of ambtshalve onderzoek moet worden gedaan als niet ‘feitelijk en rechtens’ alle noodzakelijk omstandigheden bekend zijn die de rechter nodig heeft om te beslissen, wordt door het Hof van Justitie niet beantwoord.


Mr. R.H.C. Jongeneel
Mr. R.H.C. Jongeneel is vice-president in de Rechtbank Amsterdam.