Inzet van het geschil in de zaak Sahar Fahimian is de afwijzing van haar visumaanvraag om aan de Technische Universität Darmstadt promotieonderzoek te kunnen verrichten. Volgens de Duitse autoriteiten vormt haar aanwezigheid in Duitsland een potentiële dreiging van de openbare veiligheid in de zin van artikel 6 lid 1 sub d gelezen in samenhang met considerans 14 van de Studentenrichtlijn. Het Hof van Justitie preciseert de beoordelingsmarge die lidstaten genieten in hun afweging of in het individuele geval de nationale veiligheid in het geding is dat van hen vraagt om een prognose te maken van het dreigende gevaar op basis van het voorzienbare gedrag en de situatie in het land van herkomst van de betrokkene. |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Over openbare veiligheid in het migratierecht; het prijskaartje voor onze vrijheid? |
Trefwoorden | openbare orde, openbare veiligheid, Studentenrichtlijn, visumaanvraag, beoordelingsmarge lidstaten |
Auteurs | Mr. H. Oosterom-Staples |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Uitspraak Hof van Justitie van de Europese Unie, 10 mei 2017, zaak C-133/15, Chavez-Vilchez e.a./Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank e.a.Het belang van het kind in Zambrano-situaties |
Trefwoorden | Europees burgerschap, verblijfsrecht ouder uit derde land, Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, bewijsrecht daadwerkelijke dagelijkse zorg |
Auteurs | Prof. dr. A.A.M. Schrauwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 mei 2017 verduidelijkte het Hof van Justitie in de zaak Chavez-Vilchez welke belangen nationale autoriteiten dienen te wegen in de beoordeling of een niet-EU-ouder op grond van artikel 20 VWEU een afgeleid verblijfsrecht toekomt. In die belangenafweging spelen ook artikel 7 en 24 lid 2 van het EU Handvest van de grondrechten van de Europese Unie een rol. Het tot nu toe gevolgde Nederlandse beleid stemt zowel inhoudelijk als met betrekking tot de bewijslast niet overeen met de uitleg die het Hof in deze zaak geeft. |
Artikel |
Staatssteun en economische activiteiten van de kerk |
Trefwoorden | staatssteun, onderneming, status kerk, economische activiteit, loyaliteitsverplichting |
Auteurs | Mr. drs. M.A. Fierstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een arrest gewezen naar aanleiding van een Spaanse vrijstelling van de Katholieke Kerk van belastingen heeft de Grote kamer van het Hof van Justitie een interessant oordeel gegeven over de toepasselijkheid van het recht van de Unie op activiteiten van kerken. Het arrest bevat fundamentele overwegingen over de kwalificatie van een entiteit als onderneming en gaat in op de vraag wanneer activiteiten economische activiteiten zijn. Voorts komt het onderscheid tussen bestaande en nieuwe steunmaatregelen aan de orde. Bijkomend gaat het Hof van Justitie in op de betekenis voor de nationale rechter van het beginsel van loyale samenwerking. |
Artikel |
Eerste uitspraak over de rolverdeling tussen de Europese Centrale Bank en nationale toezichthouders binnen het Single Supervisory Mechanism |
Trefwoorden | SSM-bankentoezicht, prudentieel toezicht, Europese Centrale Bank, nationale toezichthouders, Administrative Board of Review (ABoR) |
Auteurs | Mr. A.W.M. van Toor |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het eerste arrest over de rolverdeling tussen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale toezichthouders binnen het Single Supervisory Mechanism (SSM) is van principiële aard. Het Gerecht oordeelt dat het SSM-bankentoezicht een exclusieve bevoegdheid van de ECB is en dat de nationale toezichthouders deze taak ten aanzien van niet-significante banken decentraal uitoefenen. Hoewel dit oordeel voor de hand lag, doet het vragen rijzen over de uitoefening van nationale bevoegdheden door de ECB en over de ministeriële verantwoordelijkheid voor het SSM-toezicht van de nationale toezichthouder. Verder verduidelijkt het arrest de betekenis van de adviezen van de Administrative Board of Review (ABoR) voor de motivering van ECB-toezichtbesluiten. |