0920055x_covr
Rss

RegelMaat

Meer op het gebied van Bestuursrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 2, 2009 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Privacy

Auteurs Mr. M.M. den Boer
SamenvattingAuteursinformatie

    In een redactioneel artikel geeft de redactie een toelichting op het tijdschriftnummer in kwestie.


Mr. M.M. den Boer
Mr. M.M. den Boer is directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Artikel

De veiligheid van privacy

Trefwoorden informatisering, privacy, Commissie-Brouwer, identiteitsdiefstal, biometrie
Auteurs Prof. mr. J.E.J. Prins
SamenvattingAuteursinformatie

    Wie kijkt naar de opmars van technologie, ziet dat onze samenleving onder invloed daarvan drastisch is veranderd. De vraag die daarmee naar voren treedt, is of de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de huidige wet- en regelgeving voor de bescherming van persoonsgegevens wel voldoende hebben kunnen meebewegen in deze verandering. Vanuit deze vraag schetst deze bijdrage de belangrijkste technologische en maatschappelijke tendensen die de privacy raken, om daarnaast bij ieder van deze tendensen kort aan te geven wat de implicaties voor de Wet bescherming persoonsgegevens zijn. De conclusie is dat een aantal ontwikkelingen zich moeizaam verhoudt tot het huidige wettelijk regime.


Prof. mr. J.E.J. Prins
Prof. mr. J.E.J. Prins is raadslid bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en hoogleraar aan het Tilburg Institute for Law, Technology, and Society (TILT), Universiteit van Tilburg.
Artikel

De werking van de WBP in kaart gebracht: onbekend maakt onbemind

Trefwoorden privacybescherming, evaluatieonderzoek, toezicht, handhaving, open normen
Auteurs Dr. H.B. Winter
SamenvattingAuteursinformatie

    In 2008 is empirisch onderzoek uitgevoerd naar de werking van de Wet bescherming persoonsgegevens die op 1 september 2001 in werking trad. Het onderzoek naar de effecten van de wet volgt op een eerdere juridische analyse van de knelpunten (hierna: het knelpuntenonderzoek), waartoe de wet aanleiding geeft en die zich overwegend baseerde op de literatuur over de wet. Bij de uitvoering van het empirisch onderzoek zijn verschillende methoden van gegevensverzameling gehanteerd: schriftelijke en telefonische enquêtes, interviews, casestudies en expertmeetings. Het beeld dat het onderzoek verschaft van de toepassing van de wet, stemt niet erg tevreden. De wet leeft niet erg in de rechtspraktijk, rechtssubjecten achten de wet moeilijk hanteerbaar, en een privacygemeenschap en -cultuur van geïnteresseerde beroepsbeoefenaars en betrokkenen komt maar moeizaam van de grond. In deze beschouwing ga ik nader in op de achtergronden van die vaststelling en probeer ik die conclusie te duiden.


Dr. H.B. Winter
Dr. H.B. Winter is universitair hoofddocent bij de vakgroep Bestuursrecht en Bestuurskunde, Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast is hij directeur van bestuurskundig en bestuursjuridisch onderzoeks- en adviesbureau Pro Facto BV. Hij was projectleider van het onderzoeksteam van Pro Facto en RuG dat de werking van de WBP onderzocht.
Artikel

Toestemming onder druk

Trefwoorden Wet bescherming persoonsgegevens, toestemming, elektronisch patiëntendossier, passagiersgegevens
Auteurs Mr. J.P. de Jong
SamenvattingAuteursinformatie

    Aanleiding voor het schrijven van de bijdrage is de ervaring dat het begrippenapparaat van de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) beperkingen heeft. Het begrippenapparaat heeft betekenis voor de WBP zelf, en voor van de WBP afwijkende en de WBP aanvullende wetgeving.De toegenomen mogelijkheden voor grootschalige gegevensverzameling en de wetgeving die nodig is om de daaruit voortvloeiende gevolgen voor het recht op bescherming van persoonsgegevens te regelen, bevestigen de hiervoor bedoelde beperkingen.Aan de hand van twee thans bij het parlement aanhangige wetsvoorstellen (elektronisch patiëntendossier en implementatie van een verdrag tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten over de overdracht van passagiersgegevens) wordt geïllustreerd hoe de wetgever met de ondervonden beperkingen van het begrip ‘toestemming’ uit de WBP omgaat.


Mr. J.P. de Jong
Mr. J.P. de Jong is werkzaam bij de directie Wetgeving van het ministerie van Justitie.
Artikel

Grondwetsherziening op initiatief van de Tweede Kamer

Trefwoorden Grondwet, initiatiefrecht, initiatiefwetsvoorstel, bekrachtiging, tweede lezing
Auteurs Mr. H.M.B. Breunese
SamenvattingAuteursinformatie

    Wetsvoorstellen kunnen zowel door de regering als door de Tweede Kamer worden ingediend. In het laatste geval wordt gesproken van een initiatiefwetsvoorstel. Hoewel de meeste initiatiefwetsvoorstellen beogen normale wetgeving tot stand te brengen of te wijzigen, worden ook met enige regelmaat initiatiefwetsvoorstellen in procedure gebracht die ertoe strekken de Grondwet te wijzigen. De procedure van initiatiefwetgeving verschilt in een aantal opzichten van de reguliere wetgevingsprocedure. Bij grondwetsherziening verschillen de procedures nog in enkele andere opzichten van elkaar. Het gaat daarbij om verschillen in de fase van de bekrachtiging en in de fase van de tweede lezing van wetsvoorstellen tot grondwetsherziening. De bijdrage gaat in op deze verschillen.


Mr. H.M.B. Breunese
Mr. H.M.B. Breunese is werkzaam bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Nieuws

Obama’s ‘regelgevingstsaar’ wil burgers een duwtje in de goede richting geven

Trefwoorden Amerikaans wetgevingsbeleid, Obama, kosten-batenanalyse, toetsing van regelgeving
Auteurs Mr. dr. A.C.M. Meuwese
SamenvattingAuteursinformatie

    Het plan van president Obama om rechtenprofessor Cass Sunstein te benoemen tot directeur van het Office of Information and Regulatory Affairs (OIRA), de dienst die namens de president de kwaliteit van gedelegeerde regelgeving controleert, heeft in Washington nogal wat beroering gewekt. Zijn academische publicaties werden meteen door allerlei belangengroeperingen onder de loep genomen, om te bekijken wat zijn positie is ten aanzien van de functie van regelgeving en in het bijzonder het gebruik van kosten-batenanalyse bij het toetsen ervan. Deze bijdrage stelt dat Sunsteins meest recente boek Nudge, waarvan het een korte recensie biedt, alle aanleiding geeft om te geloven dat Sunstein een innovatieve, op ‘law and behavioral economics’ geïnspireerde, wind door OIRA zal doen waaien.


Mr. dr. A.C.M. Meuwese
Mr. dr. A.C.M. Meuwese is Marie Curie fellow aan de Universiteit Antwerpen.
Praktijk

‘Het Rijk’ in de wetgeving

Trefwoorden wetgeving, wetgevingstechniek, terminologie, centrale overheid, rijksoverheid, rijk, staat, Aanwijzingen voor de regelgeving
Auteurs Mr. T.C. Borman
SamenvattingAuteursinformatie

    In het gebruik van de termen ‘Rijk’, ‘rijksoverheid’, ‘centrale overheid’ en – in mindere mate – ‘Staat’ in wetgeving kan wel wat meer consistentie worden betracht. Op dit moment is sprake van een situatie die in de Aanwijzingen voor de regelgeving juist als onwenselijk wordt gezien: dat hetzelfde begrip met verschillende termen wordt aangeduid en dat dezelfde term voor verschillende begrippen wordt gebruikt.


Mr. T.C. Borman
Mr. T.C. Borman is werkzaam bij de directie Wetgeving van het ministerie van Justitie en is redacteur van RegelMaat.
Discussie

Foucault en de beheersbaarheidsmentaliteit

Trefwoorden transparantie, beheersbaarheid, privacy, instrumentalisme, macht, regeerkunst (oud en nieuw)
Auteurs Prof. dr. W.J. Witteveen
SamenvattingAuteursinformatie

    De ontwikkelingen die de burger transparant maken en diens privacy beperken, zijn niet alleen te wijten aan de opkomst van nieuwe technologie en een versterkt beheersingsstreven bij de overheid dat zich onder invloed van de terroristische dreiging manifesteert. Transparantie berust op een algemene mentaliteit die gericht is op beheersbaarheid van risico’s. De Franse filosoof Foucault analyseerde dertig jaar geleden al de historische ontwikkelingen die de opkomst van een beheersbaarheidsmentaliteit onafwendbaar maakten. Zijn analyse van macht en kennis is nog steeds verhelderend, net als zijn vergelijking van de oude regeerkunst die van het recht gebruikmaakte, en de nieuwe regeerkunst die naar voren komt in disciplinerende kennispraktijken.


Prof. dr. W.J. Witteveen
Prof. dr. W.J. Witteveen is hoogleraar rechtstheorie en retorica aan de Universiteit van Tilburg.